evastegeman.reismee.nl

Een nieuw verslag der Afrikaan in wording

Bonsoir!

Het werd wel weer eens tijd voor een verhaaltje, dacht ik zo. Het waren weer heerlijk drukke dagen, al zijn de gemoederen op het werk gelukkig aardig tot rust gekomen. Ik ben nu eigenlijk vooral in paniek alle Benineze attracties aan het afgaan die je gedaan móét hebben voor je hier weg kan. Van die dingen waarvoor je twee maanden lang denkt alle tijd te hebben, tot je plotseling overvallen wordt door het besef dat je verblijf nog vier weken telt, waarvan je de laatste twee al volgeboekt hebt. Vorig weekend dus Abomey bezocht, dit weekend het nachtleven in Cotonou beleefd. Doordeweeks bevind ik me, tussen het werken door, vooral in de Ghanese ambassade. Eind mei staat namelijk een reisje naar Togo en Ghana op het programma!

Toen de school weer begon, de donderdag na Pasen, keerde de  rust terug in het weeshuis. Zelf kon ik weer heerlijk kleuters knuffelen en plastic bakjes afwassen. Ik kon weer extra genieten van de maaltijdtaferelen: de korte lijfjes op de te grote stoelen aan te hoge tafels, zodat ze elkaar net over de tafelrand kunnen aankijken maar meestal net níét kunnen waarnemen wat ze op hun lepel scheppen. Hoe ze vervolgens een te grote lepel thee naar hun mond brengen, zodat de helft onderweg strandt, op het lichtblauwe schooluniform. Maar dat geeft niemand wat. En terecht. 
Dit alles op een veilige afstand van de terreur die Martine heet. De tijd vloog voorbij! 

Voor het weekend dat volgde kreeg ik een uitnodiging van een Benineze vriend om naar Abomey te gaan. Leuk, dat wilde ik sowieso nog zien! Lea, onze enorm gewaardeerde syto-mevrouw, had ons echter al uitgenodigd voor een begrafenis, dus besloot ik niet naar Abomey te gaan. De begrafenis zou met alle vrijwilligers zijn, al wist niemand precies hoe of wat. We sms'ten Lea of het wel doorging, en zoja, hoe laat dan, en waar. 'Ja, het gaat door' kregen we terug. Ik heb het drie keer nagelezen maar daar hield het bericht echt op. Geen tijd, geen plaats. Zo kennen we je weer, Lea. We hadden de dag allemaal keurig vrijgehouden en wachtten die zaterdag op bericht. Dat bericht is nog altijd niet gekomen. Lea's telefoon stond de hele dag uit.Aan het eind van de middag besloten Chiara en ik toch nog maar even naar de markt te gaan, om niet de hele kostbare zaterdag weg te gooien met wachten. Ik heb maar direct acht meter aan 'tissue' ingeslagen om mooie kledingstukken van te laten maken. Het maakte mijn dag een beetje goed. 

Zondagmiddag ging ik met papa en maman naar een verjaardag in een duur hotel. Het viel me op dat het een heel formeel gebeuren was, met personeel en een ongezellig strakke aankleding van de ruimte. Bij binnenkomst werden we direct richting de tafel met een gigantisch assortiment aan sterke dranken gestuurd. Met ons bodempje Martini namen we vervolgens plaats aan een tafel, wachtend op de jarige, terwijl we af en toe wat mensen begroetten.

De begroetingen hier, het is een interessant fenomeen. Twee zoenen, dat is gebruikelijk, op z'n Frans. Maar ik heb ook al drie voorbij zien komen en zelfs vier. Mannen onderling begroeten elkaar vaak door een paar keer met hun hoofden tegen elkaar te tikken, waarbij ze hun hoofd wel steeds draaien (ik hoop dat deze omschrijving enigszins te visualiseren is ;)). Na een handdruk volgt altijd zo'n leuke klik tussen middelvinger en duim die zij dan doen ontstaan bij het terugtrekken van hun hand. Het lukt me al aardig. Op straat zie je hier regelmatig twee mannen of vrouwen hand in hand lopen. Dat lijkt nogal tegenstrijdig als je weet hoe hier over homoseksualiteit gedacht wordt, maar hier betekent het niets meer dan vriendschap. 

Enfin, dat feest dus. Iedereen had zich zorgvuldig aangekleed en opgemaakt. Sommige mannen droegen een zonnebril. Binnen. 's Avonds. Het is hier schijnbaar een mode-/ statussymbool. Toen de jarige uitgebreid verwelkomd was en hij op zijn beurt zijn gasten had verwelkomd, kregen we een maaltijd. Daarna moest er natuurlijk gedanst worden. Eerst door de jarige en zijn vrouw. Daarbij hoorde een traditie die ik nog niet eerder gezien had. Om de beurt liepen er gasten op het stel af om bankbiljetten tegen hen aan te drukken, die vervolgens naar beneden dwarrelden. De lange zoon van het stel kroop er als een gek omheen om de briefjes onder de pumps van z'n moeder vandaan te vissen. Na tien minuten dansen, bleven de biljetten plakken aan de bezwete hoofden van de twee, die ongestoord verder dansten. Ik denk dat ze de kosten de kosten van het dure feestje er bijna uit hebben. Als hun zoon het geld niet verbrast natuurlijk. 

We bleven dit keer gelukkig niet tot vieren, maar gingen naar een half uurtje dansen huiswaarts. Was weer een leuke ervaring! 

Maandag begon weer een werkweek, de laatste met Valerie. 's Middags ging ik nog even bij Maternelle kijken. Daar was Romain, één van de weeskinderen, net bezig heel secuur al zijn nagels felroze te lakken met een viltstift. Ook de teennagels werden niet vergeten. Het resultaat kan worden samengevat in twee woorden: woest aantrekkelijk. Toen ik de volgende dag weer kwam kijken hadden verschillende kinderen er roze wenkbrauwen bij. Aan creatieve ontwikkeling geen gebrek in Maternelle! 

Fifa en Ango waren vorige week ziek. Flinke koorts allebei. Uit het werk nam ik mango voor ze mee. Verder aten ze vooral medicijnenmelanges volgens mij. En, nu komt het, ze dronken bier. Ik weet trouwens niet of dat verband houdt met de ziekte, maar ik had ze nooit eerder met een blikje beaufort gezien. Ik had nog de naïeve hoop dat ze er limonade in gedaan hadden, maar bij navraag bleek de inhoud van het blikje wel degelijk te corresponderen met dat wat de verpakking aangaf. Ango is zes, Fifa zeven, voor wie het zich nog afvraagt. Ze vonden het nog lekker ook.

De dag erop spuugde Fifa haar hele maaltijd over de binnenplaats, ongeveer een meter bij mij en mijn bord eten vandaan. Het braaksel had dezelfde kleur als mijn eten, zodat ik niet kon controleren of de rondvliegende spetters ook daadwerkelijk op mijn bord waren beland. Gelukkig maar.

Vorige week woensdag hadden we een evaluatiegesprek in het weeshuis, in verband met Valeries naderende vetrek. Eigenlijk was het vooral een gesprek om ons duidelijk te maken dat zij de boel allemaal keurig op orde hebben, en dat Vivi de grote slechterik in het verhaal is. We kregen even hun kant van het verhaal te horen, wat in feite een totaal ander verhaal was. Wij knikten maar van ja en amen, we waren het spoor toch al volledig bijster wat die ruzie betreft. 

1 mei: de dag van de arbeid. Hoewel daar in Nederland meestal bar weinig van te merken is, ligt hier het hele leven stil. Zelfs de scholen zijn dicht. Maman nam me mee naar Cotonou voor een dienst in een enorme kerk met enorm veel mensen. We waren er om één uur. Ik dacht: laat ik erop rekenen dat ik hier tot half vier zit, dan valt het waarschijnlijk wel iets mee. Om tien voor vier liepen we de kerk uit.

Boeiend was het trouwens wel. Het is mooi om te zien hoe met welk enthousiasme Afrikanen hun geloof belijden. Het dansen en zingen, en hoe er vol overgave in koor gereageerd wordt op de priester, wat dan vaak nog een paar herhaald wordt, steeds luider. Prachtig. Er was ook een avondmaal, zoals vaker ik een katholieke mis. Ik volgde maman richting de hosties. Maar toen maman geweest was, zich omdraaide en mij een paar plaatsen van mijn hostie verwijderd in de rij zag staan, trok ze me enigszins ruw aan mijn arm uit de rij. Ik probeerde me nog even te verdedigen 'ja maar maman, ik héb eerste communie gedaan', maar ze luisterde niet. Terug op onze plaatsen legde ze uit: 'het avondmaal is echt alleen voor wie eerste communie gedaan heeft'. 'Dat héb ik, echt waar, in Nederland'. 'Maar je bent protestant'. Een niet-begrijpende blik. 'Klopt, en tóch heb ik eerste communie gedaan'. Ik begreep wel dat dat tegenstrijdig klonk, maar bij ons was dat gewoon iets gezelligs, eerste communie doen. Wist ik veel van katholiek of protestant. En geef me eens ongelijk.

Ik mocht in ieder geval terug de rij in. Van die zwaar bezochten hostie heb ik genoten, dat is zeker. 

Tijdens het bidden hielden velen hun ketting in de lucht, vaak met prominente kruizen eraan. Ook waren er veel gebeden waarbij het de bedoeling was dat je de handen vasthield van degene naast je. Maman had mij achter zich geplant dus voerde ik deze gebruiken uit met een onbekende mevrouw naast me. Zij gaf me ook af en toe wat uitleg over de dienst. Toen kwam het moment dat ze me vroeg voor haar te bidden. Ik wilde haar natuurlijk niet teleurstellen maar ik had niet zomaar een gebed in het Frans paraat. Ik deed m'n stinkende best voor haar te bidden, maar ze was nog niet tevreden. Het gebed moest hetzelfde zijn als haar gebed voor mij. Een onmogelijke opgave, die tekst had ik nauwelijks begrepen, laat staan onthouden. De priester redde me door een lied in te zetten.

Later in de diest zei diezelfde vrouw me: 'de priester zegt nu dat je een mooi mens bent, dus nu moet je glimlachen.' Ik glimlachen. Zij tevreden.

Weer later legde ze uit dat de Heer onze handen vernieuwd had. Alle dingen die we zouden aanraken, zouden goede dingen worden. Niet gek. Toen ik 's avonds mijn bord pâte met vis en m'n fles water aanraakte, hoopte ik stiekem nog dat het zou veranderen in een pizza fungi met een blikje grolsch, maar helaas, zo werkte het dan weer niet. 

Een lange, interessante dienst dus. Wel enigszins kwellend was het feit dat ik door de gebeden heen bijna continu mijn favoriete fanmilk-toeter kon horen. Fanmilk is het product dat hier door de hele stad verkocht wordt door mannetjes in blauwe hesjes op een soort bakfietsen, met een toeter dus. En fanmilk is fantastisch. Het zijn kleine zakjes ijs of drinken, in alle smaken. Mijn favoriet is FanDango, de citrusvariant. Na de dienst viel ik de Fanmilkman in de armen en kocht een voorraad FanDango voor mij en maman. Die hadden we wel verdiend. We hadden ons weer van onze vroomste kant laten zien. Op naar huis.

Nadat we terugkwamen ging ik het beoogde hotelletje voor papa opzoeken om te kijken of het wat was. Het was wat. Toen ik thuiskwam stonden er twintig paar slippers onderaan onze trap naar het dak. Er was rondom het mariabeeld een minimisje bezig, met de mensen uit de buurt. Een 'chapelet'. Ik sloot stilletjes aan. Nu hebben we elke avond van zeven tot acht zo'n chapelet op ons dak. Best interessant, al valt het me op dat er enorm veel herhaald wordt. De verschillende gebeden zouden in tien minuten passen, maar wij vullen er met gemak een uur mee. 

Vrijdag verliet ik om 13u het weeshuis om naar de Ghanese ambassade in Cotonou te gaan. Het werd een middag van de stad door crossen met zems, om Chiara te vinden en om een hotelreservering te regelen in een internetcafe (nodig voor visumaanvraag). Tegen sluitingstijd waren we pas bij de ambassade zodat we nog net het informatieblad konden meekrijgen. Kortom, het resultaat van deze dag gerace achterop taximoto's: geen visumaanvraag, maar een verbrijzeld stuitje, door de wind strak getrokken wangen en een ernstig gebrek aan kleingeld. 

Toen we terug wilden gaan realiseerden we ons dat het al donker zou zijn bij aankomst in Porto Novo. We gingen op de uitnodiging in om bij een vriend te blijven slapen. 's Avonds nam Rodrigue, die vriend dus, ons mee naar een 'concert' in de stad. Er werd wel wat gezongen, maar het waren vooral Amerikaanse ambassadeurs die het podium bezetten in een poging het Benineze jongerenvolk voor zich te winnen. Één grote Amerika-propaganda, haha! 

Om 23u was het ineens klaar. We zijn nog wat gaan drinken met wat Duitse meiden, van wie één de huisgenote van Rodrigue. Was gezellig! Terug bij Rodrigue hebben we nog even sterren gekeken op het dakterras, en zijn toen gaan slapen. 

De ochtend erop stonden Chiara en ik om zes uur op. We zouden direct naar Porto Novo teruggaan, spullen pakken, en alsnog het weekendje Abomey realiseren. Abomey is een stadje richting het noorden, vooral beroemd door de paleizen die over zijn van een lange koninkrijk-historie. Na drie uur in een taxi waarin ik lichtelijk claustrofobisch werd, waren we in Bohicon, dichtbij Abomey. We ontmoetten er een andere vriend met wie we hadden afgesproken, Isodore. We bezochten als eerst een 'village souterrain' even buiten de stad, wat niet zo spectaculair was als die aankondiging doet vermoeden ;) Daarna door naar Abomey zelf. We vonden snel een guesthouse, want 'chez-monique' is waar je moet zijn in Abomey, dat weet iedereen daar. Ook m'n Lonely Planet was laaiend over dit guesthouse. En het viel niets tegen. De kamer was simpel maar de tuin fantastisch, met krokodillen, apen, vogels, mooie bomen en planten en veel kunst. Een heerlijke plek, waar we ook nog goed geluncht hebben. 's Avonds hebben we nog wat gewandeld door het vredige stadje en een restaurantje gezocht om te eten. Om 21u lag ik in m'n nest, wat een tijd, heerlijk :)

Zondag startten we rustig op. Na het ontbijt bezochten we het beroemde palais royal en kregen er een rondleiding. De verhalen waren boeiend, wat er te zien was minder. Na afloop hebben we geluncht en een taxi terug genomen. Halverwege ongeveer kreeg het gammele autootje problemen en begon te slingeren. De chauffeur besloot dat we nog wel even door konden rijden aangezien er geen hulp in de buurt was. De politie dacht daar anders over. We stapten uit en wachtten in het gras op de reparatie. Het zou wel uren kunnen duren, werd ons gezegd. We moesten erop rekenen 's nachts pas in Porto Novo aan te komen. Een half uur later functioneerde het blik echter weer en konden we de weg naar Porto vervolgen. 

Die avond at ik laat, samen met papa. Hij klaagde over het feit dat hij de hele dag niets had gegeten omdat niemand hem eten gegeven had. In een lichtelijk opstandige bui informeerde ik of hij zelf dan geen maaltijd kon bereiden. Dat was de beste grap die hij in tijden gehoord had. Het vormde het begin voor een lang gesprek waarin we veel cultuurverschillen bespraken. Het was leuk om de kijk op de man/vrouw-rolverdeling uit te wisselen, op geld- en vrije tijdsbesteding en verantwoordelijkheid, maar het werd moeilijker toen het ging over echtscheidingen en homoseksualiteit. Daarin verschilden we wel zo substantieel van mening dat het moeilijk was er een gewone discussie over te voeren. Ik merkte dat ik er ook niet vrolijker op werd toen hij eraan toevoegde dat mijn mening ondergeschikt was aan die van hem, omdat hij drie keer zoveel levenservaring heeft. Tot half één hebben we gepraat. Toen besloten we het gesprek met de conclusie dat we het niet over alles eens gingen worden, dat dat ons verschil in achtergrond is, en dat dat niet erg is. Zo, en nou jullie weer.

Vorige week was de eerste week alleen op het werk. Valerie kwam nog wel langs met haar ouders. Leuk om die te ontmoeten. Sinds vorige week bereid ik zelf m'n lunch. Martine heeft geen zin en tijd meer om dat te regelen, dus is de afspraak nu dat ik niet meer betaal maar alles zelf fix. Ik ga zelf naar de markt, haal ingedrienten voor een maaltijd en bereid die dan. Het is wel primitief koken want er is geen gas. Maar ik heb er wel lol in. Ben bovendien goedkoper uit :)

Woensdagavond werd ik een beetje ziekig. De nacht op donderdag was ik erg rillerig en meen ik koorts bij mezelf geconstateerd te hebben. Maar donderdag moest en zou ik naar Cotonou voor het visum. Donderdag dus gewoon vroeg op, de bus in naar Cotonou. In tegenstelling tot vrijdag wilde ditmaal wél alles lukken. De visumaanvraag ging enigszins soepel, ik reserveerde een hotel voor de zaterdagnacht dat ik papa van het vliegveld haal en at pizza. Dat laatste was ook zeker niet onbelangrijk voor mijn welzijn. Ik knapte langzaam op. Na nog even bij Rodrigue te hebben gezeten, keerden we terug. Ditmaal sloegen we de uitnodiging te blijven slapen echt af. Maar toen we terug in Porto Novo waren was het al donker en ons geld bleek ineens op. Hadden we even niet voorzien, tamelijk dom. De vraag was dus hoe van het busafzetpunt naar huis te komen. Mijn zem nam niet op, maman evenmin. Papa was te ver weg om me te halen. Dat was wel een grappig telefoongesprek. Zijn extreme bezorgdheid beperkt zich vooral tot theorie, merk ik. Hij roept maar al te graag dat hij z'n kinderen nooit alleen uit zal laten gaan, zeker niet in het donker, hij haalt ze, brengt ze, wat dan ook. Ik was nu een beetje een van z'n kinderen dus gold dat ook voor mij. Want zems zijn gevaarlijk en zo. Toen ik belde: 'papa, ik ben in Ouando, net terug uit Cotonou maar m'n geld is op, m'n zem neemt niet op en het is donker. Ben je toevallig in de buurt?' 'Nee, ben niet echt in de buurt'. 'Oh, dan ga ik nadenken over een andere oplossing.' Ik hoopte een beetje dat hij daarover zou meedenken, maar hij zei slechts: 'ja, doe maar. doei!' Hoe dan ook, ik kwam thuis. De student met wie ik in de bus een praatje gemaakt had, was wel bereid een zem te betalen :)

Vrijdag stortte ik weer een beetje in dus besloot ik thuis te blijven. Kon ik gelijk mijn eigen huishouden weer een beetje redden, dat met mij was ingestort. Mijn geld was op, mijn water was op, m'n kamer was een bende en m'n kleren allemaal vies. Het werd mijn schoonmaak- en uitziekdag. 

Beninees eten maakt dik. Ja, echt. Het eten wordt hier heel vet klaargemaakt, en de meeste maaltijden bevatten een bom aan koolhydraten. De meeste vrijwilligers die hier lang zitten komen een paar kilo aan. Het is geen excuus om me in te dekken als ik straks moddervet terugkeer hoor, ik hoop dat het gebrek aan tussendoortjes en een sportief programma in Tanzania straks de boel een beetje compenseren...

Dit weekend ben ik uitgeweest in Cotonou, met Chiara en Rodrigue. Er waren namelijk overal reggaeoptredens omdat het de sterfdag van Bob Marley was. De sfeer in de danskroegjes was fantastisch. Overal rokend rastavolk en reggaemuziek. En ook verdacht veel blanken. Ik heb met twee Nederlandse meisjes gepraat, genieten! De eerste Nederlanders die ik zie in twee maanden. De blanken die we hier tegenkomen zijn namelijk altijd Duits, altijd. Zaterdag de eerste uitzonderingen dus :) 

Die nacht brandde ik me ook vrij hevig aan de uitlaatgassen van een motor. Heb nu een indrukwekkende brandwond op mijn rechteronderbeen. Kan ik dat ook weer afvinken op mijn 'Ervaar Benin'-lijst. 

Zondag terug naar Porto Novo. Vandaag weer gewerkt. Wat mijn zem vandaag had weet ik niet, maar we reden op de terugweg twee kinderen en een varken bijna aan, en een jongen écht aan. Heel zachtjes, dat wel, maar het was wel schrikken, vooral voor die jongen. Hij had gelukkig niks, een schaafwondje hooguit. 

M'n laatste week in het weeshuis is begonnen.. Ik weet nog niet wat ik daarvan vind. Zondag komt papa, daar kijk ik nu vooral naar uit. De maandag daarop ga ik hem het weeshuis laten zien en waarschijnlijk ook definitief afscheid nemen van het weeshuis. Een dubbel gevoel.

Dat waren de avonturen van hier wel weer. Ik heb inmiddels Afrikaanse kleding laten maken, kan zware dingen op mn hoofd vervoeren, ben een beetje bruin en spreek een aardig woordje Frans. Ik ben een Afrikaan in wording!

Liefs!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active